Turkse soldaten oefenen voor de verdediging van Bagdad tegen de Britten
(Klik hier om deze bijzondere foto in hoge resolutie te zien - 200 KB)
De Slagen om Bagdad ?
Er waren geen veldslagen. In 1917 was de verovering van de stad voor de Britten tot hun eigen verrassing een fluitje van een cent.
Vierentwintig jaar later - in 1941 - namen zij de stad nog een keer in, dit keer door pure bluf.
Het veroveren van Bagdad stelt niet veel voor, zo bleek opnieuw in 2003. De echte problemen kwamen altijd pas naderhand.
De les die politici en generaals steeds vergeten is: Als je in het Midden-Oosten een regime breekt, dan blijft de bevolking over, en die is veel gevaarlijker dan het regime zelf.
Dit is het vergeten verhaal van Bagdad.
In de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 had het Ottomaanse (Turkse) Rijk zich aangesloten bij de Duitsers en Oostenrijkers. De Turken waren sinds 1534 de baas in Mesopotamië, het “Tweestromenland” tussen Eufraat en Tigris, en zij hadden er de grote Perzische en Arabische olievelden in handen. Engeland wilde die olie voor zijn marine.
Maar in de eerste jaren van de oorlog versloegen de Ottomanen de Britten overal. Bij Kut-al-Amara (Al-Kut), op de weg naar Bagdad, vernietigden de Turken de Zesde Brits-Indiase Divisie. Daarna hakten ze nog drie Britse divisies in de pan, die langs de Tigris probeerden op te trekken.
Deze vernederingen maakten de oorlog in Mesopotamië tot een erezaak voor sommige Britse generaals. Johnny Turk, zoals de tegenstander genoemd werd, moest vertrekken, hoe dan ook.
De nieuw benoemde Britse bevelhebber luitenant-generaal Sir Frederick Stanley Maude (FOTO RECHTS) veranderde de Mesopotamiaanse situatie in minder dan een jaar van wanhoop in overwinning.
De Britten waren al, sinds november 1914, in het bezit van Basra, in het zuiden van Irak en de oliebronnen in de omgeving. Zij bezetten ook de olieterminal en de raffinaderij op het eiland Abadan in de rivier Shatt El Arab, in de zuidwesthoek van Perzië (Iran).
Generaal William Robertson, chef van de Generale Staf, wilde deze situatie het liefst zo houden. Hij stond een defensieve strategie voor, met het beschermen van deze olievelden als eerste en enige prioriteit. Robertsen wilde niet eens denken aan het veroveren van Bagdad en Kirkuk en Baku in het noorden met hun grote olievelden. Maar na lange gesprekken wist Maude hem te overreden.
Bagdad
Het Brits-Indiase Mesopotamiaanse Expeditie Leger hield de voorbereidingen voor de nieuwe campagne zo geheim mogelijk. In december 1916 begon het onverwachte offensief vanuit Basra en het verliep snel en succesvol. Maude stak de rivier de Tigris over, versloeg de Turken die zich langs de oever hadden ingegraven, heroverde Kut-el-Amara en rukte op naar Bagdad.
De verovering van Bagdad was een anticlimax. Maude verwachtte sterk verzet. Hij maakte zich zorgen dat de Turkse commandant, Kâzim Karabekir Pasha (FOTO RECHTS), de Tigris zou afdammen en zo de vlakten voor de stad onder water zou laten lopen.
In plaats daarvan wist Karabekir niet goed wat hij wilde. Aanvankelijk trok hij met zijn leger de 50.000 Britse soldaten tegemoet, kennelijk voor een rechtstreeks treffen. Maar toen veranderde de Turkse commandant van gedachten en koos hij er voor om het treinstation te gaan verdedigen. Dit gaf de Britse troepen de kans om zonder zware verliezen tot vlakbij de stad op te rukken.
Als gevolg van Karabekirs vergissingen was verdedigen van de stad vrijwel onmogelijk geworden. De Turken kondigden dan ook een algemene terugtocht aan. Meer dan 12.000 Turkse soldaten namen de benen. Tegen de tijd dat de Britten de stad binnentrokken, op 11 maart, waren daar nog 9.000 Turkse soldaten over. Zij gaven zich over, zonder slag of stoot.
"Wij komen als bevrijders..."
Dit is de Proclamatie aan de Bevolking van Bagdad, die generaal Maude uitvaardigde toen hij de stad innam:
"Bevolking van Bagdad, bedenk dat jullie 26 generaties lang hebben geleden onder vreemde tirannen, die zich altijd beijverd hebben om het ene Arabische volk tegen het andere op te zetten, opdat zij profijt zouden trekken van jullie tweedracht. Groot-Brittanië en haar geallieerden vinden dit een walgelijk beleid, want waar vijandschap en wanbeheer heersen kan vrede noch welvaart zijn. Onze strijdkrachten trekken jullie steden en landen niet binnen als veroveraars of vijanden, maar als bevrijders."
Britse troepen trekken Bagdad binnen
De foto hierboven toont de 1ste Divisie van het 4de Hampshire Regiment, die - een dag later, op 12 maart - langs een menigte toeschouwers de stad binnentrekt. In feite was deze divisie buiten de stad gelegerd. De enige reden voor het binnenmarcheren was het maken van deze foto. Zulke foto's hadden (en hebben) propagandistische waarde.
De foto illustreerde onder meer een artikel over de voorgestelde Volkerenbond in het National Geographic Magazine van januari 1919. Dat was dus een paar weken nadat de Groote Oorlog tot een einde was gekomen.
De maker van het foto-bijschrift had een vooruitziende blik:
"Wij vochten deze oorlog en wij zijn deze nieuwe regeringen aan het reorganiseren om een democratische vrede tot stand te brengen. Maar als na deze veranderingen op de kaart ruzie en strijd blijven voortduren, zal de reden van de oorlog en van het vredesverdrag tevergeefs zijn geweest. "
Geen onafhankelijkheid
De nederlaag van de Turken luidde het einde van het Ottomaanse Rijk in. De winnaars van de Eerste Wereldoorlog verdeelden het Nabije Oosten onder elkaar, waarbij de nieuwe Volkerenbond aan Engeland een mandaat gaf om Irak (en Jordanië, Palestina en Egypte) te besturen. Dit stelde Arabische nationalisten teleur, die hadden gehoopt op onafhankelijkheid voor Irak en andere landen.
In 1920, na een opstand die geleid werd door Iraakse nationalisten, installeerde Engeland een stroman, prins Faisal (FOTO RECHTS), als koning van Irak. Tijdens de Groote Oorlog waren Faisal en zijn Engelse vriend kolonel T.E. Lawrence (of Arabia) aanvoerders geweest van een Arabisch bedouinen leger, dat de Turken voortdurend had lastiggevallen.
Koning Faisal beloofde Londen dat hij de Britse oliebelangen zou beschermen en hij verleende olie-concessies aan Britse bedrijven. Engeland betaalde hem voor een en ander £ 800.000 per maand.
Ondanks Faisals islamitische en pan-Arabische verdiensten was hij toch geen Irakees en de nationalisten in dat land zagen deze monarchie (Irak had nooit een koning gehad) als een illegaal Brits bedenksel.
Het besturen van Irak bleek ook lastig en duur te zijn voor de Britten, ondanks de olie concessies. In 1929 beloofde een nieuw gekozen Britse Labour regering Irak onafhankelijkheid en in 1932 gebeurde dat ook, met Faisal nog steeds als koning. Een jaar later stierf Faisal plotseling en nogal mysterieus.
1941: Opnieuw de olievelden
In 1941, tijdens de Tweede Wereldoorlog, pleegden Iraakse generaals een staatsgreep. Hun leider was Rashid Ali al-Gaylani (FOTO RECHTS), die door de geallieerden werd verdacht van pro-Duitse gezindheid. De Britten zagen de omwenteling als een gevaar voor de olietoevoer uit de Noord-Iraakse olievelden, waarvan hun strijd in de Middellandse Zee afhankelijk was.
Britse en Indiase troepen landden in Basra en gingen op weg naar Bagdad. Tegelijkertijd opende het door Britten geleide Arabische Legioen een aanval op Bagdad vanuit het westen.
Het Iraakse leger vocht achter linies die de soldaten hadden gebouwd achter kanalen en landerijen die ze onder water hadden laten lopen. Ze werden gesteund door Italiaanse vliegtuigen. Maar op 30 mei lukte het de geallieerden de Irakese stellingen in de buitenwijken van Bagdad in te nemen.
Om het vooruitzicht van een huis-tot-huis veldslag in de stad te vermijden, koos de Britse generaal Clark voor pure bluf. Een tolk belde op naar het hoofdkwartier van Rashid Ali en overdreef de Britse sterkte voor de poorten van de stad. De Iraakse leider raakte in paniek en vluchtte, met de Groot Moefti in zijn kielzog, naar Perzië.
De Britten tekenden een milde wapenstilstands-
Na de oorlog, in het begin van de jaren vijftig, verliet de meerderheid van de joodse gemeenschap de stad. Joden hadden eeuwenlang in Bagdad gewoond, maar tijdens de oorlog hadden zij veel te verduren gehad van de Arabische meerderheid in de stad, die was opgehitst door de Duitse ambassadeur. De Duitsers gingen, maar het antisemitisme bleef. De joden vertrokken tenslotte met georganiseerde reizen naar Israel.
Republiek
In 1958 was Bagdad opnieuw toneel van een staatsgreep, ditmaal geleid door generaal Abdul Karim Qassim. Hij schafte de monarchie af en vestigde een republiek. In 1963 werd Qassim verdreven door officieren van de Baath partij.
De Baath partij begon alle delen van de Iraakse samenleving te controleren. De architect van dat programma was Saddam Hussein, die in 1979 officieel president werd.
FOTO RECHTS: Saddam Hussein met zijn vrouw Sajida Khair-Allah in 1979.
Op 22 september 1980 trokken Iraakse legereenheden west-Iran binnen in een poging de olierijke Iraanse provincie Khzest in handen te krijgen. De Iraakse aanval werd openlijk gefinancieerd door Saudie-Arabië en in stilte gesteund door de Verenigde Staten. De internationale reputatie van Irak kreeg een knauw door meldingen dat het dodelijke chemische wapens had gebruikt tegen Iraanse troepen. De oorlog duurde tot 1988, toen beide landen een staakt-het-vuren accepteerden dat tot stand kwam door bemiddeling van de Verenigde Naties.
In datzelfde jaar 1988, op 16 maart, lanceerde Saddam Hussein een gifgas aanval tegen het Koerdische stadje Halabja. De aanval was deel van een campagne om gebieden etnisch te zuiveren van Koerdische bevolkingsgroepen. Er vielen ongeveer 5.000 slachtoffers. Artsen stelden vast dat nadien nog 1.600 Koerden overleden aan lange-termijn effecten van de mosterd- en zenuwgassen. Nog eens 15.000 mensen lijden nog altijd aan aandoeningen als kanker, onvruchtbaarheid, ademhalingsziekten, blindheid en geboorte-afwijkingen.
Golf-oorlogen
Op 2 augustus 1990 viel Irak Kuweit binnen. Saddam Hussein verklaarde dat Kuweit de 19de provincie van Irak was geworden. In januari en februari 1991 verdreef een coalitie van 28 landen, waaronder verschillende staten in het Midden-Oosten, en geleid door de VS, Irak uit Kuweit. Sindsdien heeft de internationale gemeenschap er steeds op aangedrongen dat Irak zijn chemisch wapenarsenaal zou ontmantelen.
In maart 2003 trok een leger van Amerikanen en Britten Irak binnen om deze zogenaamde massavernietigingswapens te vernietigen en om Saddam Hussein te verdrijven. Bagdad viel op 9 april. Op 23 april brachten de Amerikanen de olie export weer op gang. Massa
De bevolking van Bagdad is in de vorige eeuw dramatisch toegenomen. In 1917 woonden er 140.000 mensen, terwijl de schatting van vandaag (2003) uiteenlopen tussen de 4 en 5 miljoen.
De meerderheid wordt gevormd door Arabieren, moslims. Er woont ook nog een belangrijke christelijke bevolkingsgroep en er is, nog steeds, een kleine groep joden.
+++
Naar de voorpagina van 'De Erfenis van de Groote Oorlog'.