Clicking on this blue square gives you correct entrance into The Heritage of the Great War - to the FrontpageDE ERFENIS VAN DE GROOTE OORLOGClicking on this blue square gives you correct entrance into The Heritage of the Great War - to the Frontpage
Clicking on this blue line gives you correct entrance into The Heritage of the Great War - to the Frontpage

English summary of this text here .

Argentinië, Chili, Denemarken, Mexico, Nederland, Noorwegen, Portugal, Spanje, Venezuela, Zweden en Zwitserland.
Slechts deze elf landen waren in 1914-1918 neutraal. De rest van de wereld - 34 staten - was met elkaar in oorlog.
Het woord neutraal komt van ne uter (=geen van beide), maar het heeft weinig gescheeld of Nederland had wél een keuze gemaakt: opperbevelhebber generaal C.J. Snijders had een sterke voorkeur voor het onoverwinnelijk lijkende Duitsland. En koningin Wilhelmina steunde hem.

Wie naar Nederland wilde werd doodgebliksemd

Huiver over 'den Draad'

Jonge Belg, slachtoffer van de 'draad', geëlektrokuteerd op zijn vlucht naar Nederland.

Door Rob Ruggenberg

Mooi Limburg: een breed bospad op de grens met België, uitzicht op een groene heuvel, een vallei, een beek. In de verte het dorpje Sippenaeken. Aan het eind van het wandelpad een verweerde bronzen plaquette: Hier liep de elektrische-stroomdraad.

Hier werden Belgen geëlektrokuteerd als ze naar Nederland probeerden te vluchten.

In de Eerste Wereldoorlog was het neutrale Nederland vanaf de lente van 1915 afgesloten van de rest van de wereld door middel van dodelijk schrikdraad. Een ijzerdraadversperring waar 2.000 volt stroom doorheen werd gejaagd. Bijna 200 kilometer lang. Twee tot drie meter hoog.

De draad liep door dorpen en bossen, dwars door boomgaarden, over weilanden, landerijen en beken; zelfs laag over de brede Maas was de draad gespannen. (Klik hier voor een foto, of hier voor een Duitse stafkaart.)

De draad werd opgericht door de Duitse bezetters van België. Grensbewaking was zo arbeidsintensief en vergde zoveel soldaten die beter aan het front konden worden ingezet, dat de Duitsers voor deze 'effectieve oplossing' kozen.

Electric high voltage wire between Belgium and Netherlands, Great WarWie de draad aanraakte was dood (foto rechts). Dat overkwam onvoorzichtige Nederlandse soldaten en burgers. Soms bleven er smokkelaars aan hangen. Maar het merendeel van de slachtoffers waren Belgen, jonge mannen die via het neutrale Nederland het geallieerde leger trachtten te bereiken.

Blijkens krantenberichten uit die tijd werden vrijwel dagelijks mensen 'doodgebliksemd', zoals de uitdrukking toen was. Negentig jaar na dato spreken ouderen in dit gebied nog altijd met huiver over 'den Draad'. Hoeveel slachtoffers die draad precies heeft geëist weet niemand; het zijn er zeker enkele duizenden geweest.

Dik ijzerdraad
Theo Broers, een groentenboer in het Belgische Moelingen, vrijwel op de grens, heeft nog een stuk van 'den Draad' thuis liggen, meegenomen toen boeren de versperring na de oorlog afbraken. "Kijk, het is gewoon dik ijzerdraad."

Hij heeft ook nog een houten schuifraam, dat ingeklapt onder de jas kon worden verborgen. "Bij de grens vouwde je het raam uit, duwde het onder de draad en dan kroop je er door heen".

Maar zijn vader, die al gelijk bij het begin van de oorlog naar Nederland was gevlucht, durfde dat ding bij daglicht niet te gebruiken. "Daardoor stond mijn vader aan de ene kant van de Draad toe te kijken hoe aan de andere kant zijn vader ten grave werd gedragen."

Tonnetjes
In Eijsden, aan de Nederlandse kant van de grens, vertelt notaris René Heijnen hoe dorpelingen lege houten tonnetjes tussen het draad rolden. Daar kropen ze dan doorheen.

"En soms renden ze aan beide kanten van de grens met hoge houten ladders naar de Draad. De Draad was hier ongeveer manshoog. De dorpelingen zetten hun ladders als een stelling tegen elkaar aan en klommen over de versperring."

Uiteindelijk, zegt notaris Heijnen, heeft de Draad een definitieve verwijdering tot gevolg gehad. "Vòòr die oorlog was onze streek gericht op Visé en Luik en spraken de meesten hier Frans. Na vier jaar Draad was dat afgelopen en werd Maastricht onze stad."

Ondergrondse spoorweg
Toch lukte het in die oorlogsjaren aan duizenden Belgische jongelui om over of onder de Draad door over te komen. Er kwam zelfs een soort 'ondergrondse spoorweg' tot stand waaraan een rijk gemeleerd gezelschap meewerkte, variërend van plaatselijke stropers en smokkelaars tot de Belgische graaf d'Oultrement die vluchtelingen trainde in polsstok-hoogspringen.

Edith CavellIn het bezette België stond de doodstraf op het "de vijand toevoeren van manschappen". Met regelmaat verschenen aan de muren van openbare gebouwen militaire aanplakbiljetten met daarop de namen van terechtgestelden. De bekendste onder hen werd de Engelse Edith Cavell (foto rechts).

Deze vrome en gestrenge directrice van een Brusselse verpleegsters-opleiding bekende na haar gevangenneming aan de Duitsers dat zij een leidende rol had gespeeld bij het opzetten van de ondergrondse spoorweg. Ze had meer dan 200 Belgische soldaten helpen ontsnappen.

In de vroege ochtend van de 12de oktober 1915 werd Edith Cavell door de Duitsers gefusilleerd, samen met de Brusselse architect Philippe Baucq, die deel had uitgemaakt van haar ondergrondse organisatie. Eén van de Duitse soldaten die weigerde aan de executie deel te nemen, werd vervolgens zelf ook doodgeschoten.

Graaf d'Oultrement daarentegen ontsnapte aan de Duitsers. Na oorlog richtte hij in de Voerstreek, bij Sippenaken, het monument op ter herinnering aan de vluchtelingen voor wie de draad dodelijk bleek.

Ook op andere plaatsen zijn nog sporen van de Draad te zien, zoals bij een beekje in de bossen tussen Budel (Nederland) en Hamont (België). Klik voor een recente foto.

Neutraliteit
Nederland heeft nooit geprotesteerd tegen de Duitse elektrokutie-draad. Daar was wel een reden voor. Deze dodelijke grensversperring hielp immers om haar neutraliteit te handhaven.

De Nederlandse regering was tot álles bereid om die neutraliteit te redden. Grove schendingen, zoals het torpederen van tientallen Nederlandse vrachtschepen (vooral nadat Duitsland in februari 1915 de onbeperkte duikbootoorlog afkondigde), werden stilzwijgend geslikt. Toen een Brits vliegtuig in 1917 per ongeluk Zierikzee bombardeerde, reageerde Nederland nauwelijks.

Die neutraliteit was zo heilig dat zelfs het spelen van het Wilhelmus (..ben ick van Duytsen bloet ) werd verboden uit angst dat de geallieerden daar aanstoot aan zouden nemen.

De neutraliteit hield ook in dat soldaten van de oorlogvoerende naties moesten worden opgepakt, ontwapend en geïnterneerd als zij al dan niet per ongeluk de Nederlandse grens overschreden. Zo was er in Gaasterland een interneringskamp voor Duitsers.

Spelevarend
En op het eiland Urk werden de hele oorlog lang 2.000 Britse mariniers vastgehouden die in 1914 onder persoonlijke aanvoering van Winston Churchill hadden geholpen Antwerpen te verdedigen. Na de val van die stad waren de mariniers naar Nederland ontsnapt, waar ze prompt werden geïnterneerd (velen ontsnapten vervolgens ook van Urk, quasi spelevarend op de Zuiderzee).

In interneringskampen in Amersfoort, Zeist, Harderwijk en Bergen aan Zee zaten 30.000 gevluchte Belgische militairen opgesloten. In kamp Zeist kwam het tot een ernstig oproer toen Nederlandse wachtposten twee Belgen verhinderden daaruit te ontvluchten. De bewakingstroepen schoten zeven Belgen dood en verwondden er 22.

Al met al hadden de oorlogvoerende landen weinig waardering voor de Nederlandse neutraliteit, die zij vaak als lafheid beschouwden. Bovendien verdachten zij onze handelsnatie er van een slaatje uit de oorlog te willen slaan. Niet helemaal ten onrechte; het nog steeds gebruikte scheldwoord OW'er (oorlogswinstmaker) stamt uit die periode.

De maat vol
German troops march through the Netherlands, 1918En toen Nederland aan het einde van die oorlog vluchtende Duitse troepen toestemming gaf om over Nederlands grondgebied (foto rechts, bij Roermond) snel de veilige Heimat te bereiken, en Nederland vervolgens óók nog eens asiel verleende aan de vluchtende Duitse oorlogsmisdadiger keizer Wilhelm II, was voor België de maat vol.

Op het moment dat de geallieerde overwinnaars in 1919 in Parijs om de tafel gingen zitten om Europa opnieuw in te delen, eiste de Belgische minister van buitenlandse zaken Paul Hymans als straf voor de Nederlandse houding de volgende gebieden op: Zuid-Limburg ten zuiden van Roermond, plus heel Zeeuws-Vlaanderen, plus de Westerschelde.

Maar Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten steunden de onhandig opererende Belgische minister daarin niet. Zij zagen Hymans als een hebzuchtige lastpost en vreesden dat Nederland boos zou worden over het verlies van die aanzienlijke stukken grondgebied en aansluiting zou kunnen zoeken bij een herlevend Duitsland. Het Nederlandse leger maakte zich al klaar om België 'preventief' binnen te vallen. En op een nieuw Europees conflict zaten de geallieerden niet te wachten.

( België kreeg in Versailles uiteindelijk alleen van Duitsland de Oostkantons - de streek van Eupen, Malmédy en Sankt-Vith - plus in Afrika het mandaatgebied Ruanda-Urundi ).

Na thuiskomst van minister Hymans kopte de Belgische krant De Standaard: BELGIË VERLATEN EN VERNEDERD DOOR ZIJN BONDGENOTEN.

Pro-Duits
De geallieerden wisten goed dat de stemming in Nederland over het algemeen pro-Duits was, of misschien beter gezegd: anti-Engels. Dat laatste had nog steeds te maken met de brute wijze waarop de Britten vijftien jaar eerder in de Boerenoorlog in Zuid-Afrika Nederlandse afstammelingen over de kling hadden gejaagd.

Tijdens de oorlogsjaren heeft het er zelfs enige malen om gespannen of Nederland toch niet de kant van de Duitsers zou kiezen. Opperbevelhebber generaal C.J. Snijders was daar verklaard voorstander van. Steeds opnieuw ruziede hij daarover met de regering, die strikt de neutraliteit wilde handhaven.

queen wilhelmina of the NetherlandsHet is eigenlijk verbazingwekkend dat de Nederlandse regering deze pro-Duitse generaal niet gewoon de laan uitstuurde. De enige reden daarvoor was dat koningin Wilhelmina (foto rechts), toentertijd 35 jaar oud, bij die conflicten consequent de zijde van haar opperbevelhebber koos.

De koninklijke archieven over dit onderwerp blijven gesloten, zodat wij alleen maar kunnen gissen naar het waarom van deze koninklijke voorkeur. Ook de nogal gezagsgetrouwe biografie die Cees Fasseur over Wilhelmina schreef, maakt ons op dit punt niets wijzer. Fasseur meldt alleen dat de kleine Wilhelmina door haar moeder vaak naar 'Onkel Willie' in Berlijn werd gestuurd. De Kaiser organiseerde dan grote militaire parades om het kind in te laten zien dat er niet te spotten viel met de slagkracht van het nieuwe Duitsland onder Pruisische leiding.

In april 1918 leek de bom te barsten. Het Duitse voorjaars-offensief ging van start en een Duitse inval in Nederland leek onvermijdelijk. Generaal Snijders deelde de regering voor de zoveelste maal mee dat tegenstand tegen de Duitse troepen geen zin had en dat hijzelf er al helemaal geen zin in had.

Minister van Oorlog De Jonge vond het nu welletjes. Hij eiste officieel het ontslag van Snijders. Opnieuw verklaarde koningin Wilhelmina dat zij de generaal niet zou ontslaan, "zelfs niet als dit het heengaan van de minister tot gevolg zou hebben".

Logischerwijze zou de regering op deze mededeling hebben moeten reageren met aftreden. Maar er waren verkiezingen op komst, dus bleven de heren zitten - net als de generaal. Die ruimde pas een half jaar later het veld, op 6 november - vijf dagen voor het einde van de oorlog - toen de regering hervormingen in de krijgsmacht doorvoerde.

Rellen
Die hervormingen waren hard nodig. Er waren 500.000 mannen gemobiliseerd, die hun gezin en hun werk in de steek hadden moeten laten. Mede daardoor heerste in het leger en op de vloot grote ontevredenheid. Er waren al rellen uitgebroken, officieren werden soms niet meer gehoorzaamd.

Revolutie broeide, net als overal in Europa. In de laatste jaren van de oorlog had de ellende toegeslagen: bedrijven gingen dicht, duizenden kwamen op straat te staan.

Daar kwam ziekte bij (de Spaanse griep maakte in 1918 in Nederland 17.400 slachtoffers) en honger. Het broodrantsoen was verlaagd. Troepen waren in Amsterdam en Rotterdam ingezet om plunderingen de kop in te drukken.

Toen op 11 november 1918 het einde van de oorlog kwam en Nederland de rekening kon opmaken, stond de zaak er beroerd voor. Maar wie de vergelijking maakt met de verwoestingen in België en Frankrijk, kan niet anders dan concluderen dat Nederland toch door het oog van een naald is gekropen.


Bronnen voor dit artikel.

Naar de voorpagina van De Erfenis van de Groote Oorlog, met meer artikelen en veel foto's over de Eerste Wereldoorlog