De Eerste Wereldoorlog
Ontwikkeling van nieuwe wapens rond de Eerste Wereldoorlog.
Door , Breda
(Werkstuk voor Atheneum 4)
OORLOGSNIEUWS IN HET OERWOUD over DumDum, Zeppelins etc.. -
"Zijn die Europeanen niet die lui, die ons zendelingen sturen om ons te beschaven ?"
Inhoudsopgave
Inleiding 2
Artillerie 3
Tanks 4
Oorlogsschepen 5
Gifgas 7
Uitvinders 8
Conclusie 17
Mijn Mening 18
Bronvermelding 19
Inleiding
Ik heb dit onderwerp gekozen omdat een vriend van mijn vader vrij veel van de Eerste Wereldoorlog afweet. Ik vroeg hem of hij nog een ontwikkeling of verandering in de Eerste Wereldoorlog wist die ik kon gebruiken. Hij noemde er twee, de val van monarchieën en de ontwikkeling van nieuwe wapens. Dat laatste leek me het leukst en het makkelijkst en daarom doe ik het daarover. In mijn werkstuk vertel ik over een aantal uitvinders die belangrijk waren voor de wapens in de Eerste Wereldoorlog. Verder vertel ik nog wat over tanks, oorlogsschepen en gifgas.
Artillerie
De term artillerie wordt gebruikt om kanonnen en andere machines die grote kogels afvuren aan te duiden. In de negentiende eeuw had je zware en lichte artillerie. Of iets zwaar of licht was hing af van het gewicht van de kogel.
In het begin van de Eerste Wereldoorlog was een kanon met een grote loop het belangrijkste wapen van het Engelse leger. Ook hadden de Engelsen het “QF” (quick-firing) kanon dat zichzelf na een schot terugbracht in schotpositie.
“Howitzers” werden ontwikkeld om vanuit dekking of om op verborgen doelen te schieten. Deze kannonen hadden zware kogels en een korte loop, maar het was de beste artillerie tegen versterkingen als muren en bunkers.
Ook het mortier had een groot bereik. De kogel werd afgevuurd door een van te voren geladen explosieve kracht. Aan het einde van de oorlog waren sommige van deze kanonnen in staat hun kogels twee kilometer ver te schieten.
Door de oorlogen in de loopgraven wilden militaire leiders artillerie met een groot bereik en zware kogels. De howitzers schoten kogels van meer dan negenhonderd kilo achttien kilometer ver. Het Engelse leger wou ook zware artillerie die licht genoeg was om over modder en door kraters gereden te worden.
Tanks
In het begin waren tanks nog gewoon tractoren met lichte bepantsering en machinegeweren.
Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde Richard Hornsby & Sons de Killen-Strait, een bepantserde tractor. In Juni 1915 werd deze tank getest . De machine ging perfect door het prikkeldraad.
Ernest Swinton kreeg het, met hulp van Maurice Hankey, voor elkaar om Winston Churchill een “Landship Committee” op te laten richten. Dat comité zou naar de mogelijkheden kijken om een nieuwe oorlogsmachine te bouwen.
Het Landship Committee en het nieuw bijgekomen Inventions Committee waren het eens met Swinton om een klein voertuig te bouwen. Het ontwikkelen van dat voertuig gebeurde onder grote geheimhouding. De machine kreeg de codenaam “Tank” en zijn bijnaam was “Little Willie”. Dit prototype tank had een Daimler motor, had rupsbanden van twaalf voet, woog vier ton, een bemanning die bestond uit drie personen en een snelheid van iets meer dan drie mijl per uur. Maar de snelheid zakte terug naar 2 mijl per uur op moeilijk terrein, en hij kon niet over brede loopgraven heen en het uiterlijk was teleurstellend. Ondanks dat alles was Ernest Swinton ervan overtuigd dat de tank het de geallieerden mogelijk zou maken om de Centralen te verslaan.
Op negen september 1916 werd de “Tank” voor het eerst gebruikt om een goed verdedigde Duitse positie over te nemen, Toen deze tanks aan de horizon verscheen begonnen de Duitsers te vluchten omdat ze nog nooit zoiets gezien hadden.
Oorlogsschepen
Engeland
In 1914 had de Royal Navy de sterkste en grootste vloot ter wereld. Die vloot werd vooral gebruikt voor de bescherming van kolonies en handelsroutes. Maar de schepen werden ook gebruikt voor het beschermen van de eigen kustlijn en blokkades.
Om dit allemaal te kunnen doen vond de Engelse regering dat hun vloot groter moest zijn dan de twee grootste vloten na die van Engeland.
In het begin van 1914 had de Royal Navy achttien ADreadnoughts@ en zes in aanbouw, tien ABattle cruisers@, twintig ATown cruisers@, vijftien AScout cruisers@, tweehonderd ADestroyers@, negenentwintig ABattleships@, honderdvijftig ACruisers@ van voor 1907.
Tijdens het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog lagen de meeste grote schepen van de Royal Navy in Scapa Flow in Schotland om een eventuele grote aanval van Duitsland over zee te kunnen weerstaan. De Britse kruisers, onderzeeboten en andere kleine slagschepen waren verspreid over de hele Britse kust.
De Engelse vloot in de Middellandse zee lag in Gibraltar, Malta en Alexandria. Deze vloot werd gebruik om Suez te beschermen en voor de landing in Gallipoli. Engeland had ook vloten in Canada, Australië en Nieuw-Zeeland.
Op een paar zeeslagen na draaide bijna al het werk van de Royal Navy in de Eerste Wereldoorlog om het vernietigen van Duitse onderzeeboten. Vooral in de Middellandse Zee en rond de Engelse kust.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog verloor Engeland twee Dreadnoughts, drie Batlecruisers, elf Battleships, vijfentwintig kruisers, vierenvijftig onderzeeboten, 64 destroyers en tien torpedoboten.
Frankrijk
Sinds 1870 vreest Frankrijk voor een aanval over land van Duitsland, daarom werd er weinig geld in de Franse oorlogsvloot gestoken. Aan het begin van de twintigste eeuw werd er meer geld in de vloot gestoken omdat men doorzag dat men daar te zwak was om een aanval over zee af te slaan. Tussen 1910 en 1914 werd het geld voor de Franse marine verdubbeld.
In 1914 had Frankrijk twee ADreadnoughts@, tweeëndertig ACruisers@, zesentachtig ADestroyers@, negentien ABattleships@ en vierendertig onderzeeboten.
Duitsland
Aan het einde van de negentiende eeuw adviseerde Admiraal Alfred von Triplet Keizer Wilhelm II dat het land een grote, sterke en moderne oorlogsloot nodig had zodat ze hun noordgrens en hun overzeese koloniën beter konden bewaken tegen invallen van andere landen. In 1898 werd begonnen aan een massale uitbreiding van de Duitse vloot.
In 1914 had Duitsland na Engeland de grootste vloot ter wereld. Duitsland had zeventien ADreadnoughts@, vijf Battlecruisers@, vijfentwintig ACruisers@ en twintig ABattleships@. Duitsland had ook tien diesel-aangedreven AU-boten en 17 in aanbouw en dertig petroleum-aangedreven onderzeeboten.
Gifgas
Het bestaan van gifgassen was al lang voor de Eerste Wereldoorlog bekend, maar militaire leiders wilden ze niet gebruiken. Het Franse leger waren de eersten die het als wapen gebruikten toen ze in de eerste maanden van de Eerste Wereldoorlog traangas granaten naar de Duitsers gooiden.
In Oktober 1914 begon het Duitse leger kogels af te vuren waarin een chemisch stofje zat dat irritaties aan de huid veroorzaakt. Het Duitse leger was het eerste leger dat chloor gas gebruikte tegen het Franse leger. Dat gebeurde in Ieper. Chloor gas maakt belangrijke organen kapot wat een pijnlijke en langzame dood ten gevolge had.
Voor een gasaanval waren ook de weeromstandigheden van belang. Toen het Engelse leger in september 1915 een gasaanval begon waaide al het gas terug in de aanstormende Engelse soldaten. Dit probleem was verholpen toen in 1916 het gas in kogels voor zware artillerie werd gedaan. Dit vergrootte het bereik van de gasaanval en het gas waaide niet zo snel terug als het weer niet geschikt was.
Na de eerste Duitse chloorgas- aanval, kregen geallieerde troepen katoenen maskers op die in urine gedoopt waren. In urine zit een stof dat het gif onschadelijk maakte. Anderen doopten hun kleren in soda en hielden daarmee tijdens de gas aanval hun neus en mond bedekt. Gasmaskers werden gedragen vanaf juli 1915.
Een nadeel van chloorgas was dat het slachtoffer begon te hoesten waardoor het minder binnen kreeg. Beide legers ontdekten later dat fosgeen een veel efficiënter gas was. Van fosgeen had je niet veel nodig om een mens te doden - het doodde zijn slachtoffers binnen achtenveertig uur. Sommige legers gebruikten ook een mengsel van chloorgas en fosgeengas, wat “White Star” werd genoemd.
Mosterdgas werd voor het eerst gebruikt door het Duitse leger in september 1917. Mosterdgas was het giftigste gas dat in deze oorlog gebruikt werd. Het slachtoffer stierf binnen twaalf uur. Mosterdgas was zo giftig dat je maar weinig gas in een ontplofbare kogel hoefde te doen om effect te krijgen. Nadat die kogel ontplofte bleef het mosterdgas nog voor weken hangen.
Het Duitse leger gebruikte ook broomgas. Een zenuwgas dat door het Franse leger werd ontwikkeld maar niet veel gebruikt werd aan het westelijk front.
De Duitsers gebruikten in totaal achtenzestig duizend ton gifgas tegen de geallieerden. Dit was meer dan het Britse en Franse leger samen gebruikten.
91.189 Soldaten stierven aan gifgas en 1.2 miljoen waren er ziek door geworden. Het Russische leger, met 56.000 doden, had meer doden dan welk ander leger ook.
Uitvinders
Hiram Maxim
In 1881 vond Hiram Maxim het eerste machinegeweer uit, waarbij hij gebruik maakte van de kracht van een net afgeschoten kogel om een nieuwe kogel te pakken en neer te leggen. Het resultaat hiervan was het Maxim-Machinegeweer dat vijfhonderd kogels in een minuut kon afvuren en evenveel vuurkracht had als ongeveer honderd gewone geweren. Als je wou kon je net zo lang doorschieten totdat je hele kogelband leeg was.
Het succes van het Maxim-Machinegeweer heeft velen andere uitvinders geďnspireerd. Het Maschinengewehr van het Duitse leger en de Russische Pulemyot Maxima zijn beide gebaseerd op de uitvinding van Maxim.
Na het succes van zijn machinegeweer stopte Hiram Maxim niet, hij vond nog een pneumatisch geweer, een geluiddemper en een buskruit uit dat niet rookt.
Wilhelm Gottlieb Daimler
Wilhelm Gottlieb Daimler was geboren in Duitsland. Hij had een motorbedrijf waar veel van de motoren gemaakt werden die in tanks gebruikt werden. Zijn motoren werden later ook in vliegtuigen gebruikt vanwege hun grote kracht.
Anton Fokker is geboren in 1890 op Java. Toen hij twintig was verhuisde hij naar Duitsland waar hij een aantal vliegtuigen bouwde. Zijn derde vliegtuig, de Spin III werd gebruikt in het Duitse leger.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog begon hij aan een nieuw eenpersoons gevechtsvliegtuig. Fokker vond dat de piloot een machinegeweer moest kunnen afvuren terwijl hij aan het vliegen was. Om te zorgen dat je tijdens het schieten je propeller niet beschadigden moest het machinegeweer in contact staan met de propeller. Om hiervoor te zorgen bedacht hij een systeem met een tandwiel die met de motor en met het machinegeweer verbonden was zodat het geweer stopte met schieten als er een propeller langskwam.
Richard Jordan Gatling
Richard Jordan Gatling heeft medicijnen en voor tandarts gestudeerd maar dit nooit uitgevoerd. In 1982 vroeg hij patent aan op een door hem ontwikkeld machinegeweer waarbij er zes plaatsen voor kogels in een ronddraaiend frame zaten, later werden dat tien kogelplaatsen en die driehonderd twintig keer per minuut ronddraaide, die plaatsen werden per draai weer bijgevuld. In 1865 bestelde het leger van de Verenigde Staten deze geweren en een paar jaar later had bijna ieder leger in Europa deze geweren. In 1870 richtte Richard Jordan een nieuw bedrijf op. Hij bleef zijn “Gatling Gun” verbeteren en met resultaat; in
1882 kon het meer dan twaalfhonderd keer per minuut ronddraaien. Maar hij begon minder te verkopen toen Hiram Maxim begon met de productie van zijn “Maxim geweer”.
Behalve machinegeweren ontwikkelde Richard Jordan Gatling ook zaaimachines, een stoommachine en een stoomaangedreven ramschip voor de marine.
Richard Jordan stierf in 1903.
Peter Paul Mauser
Peter Paul Mauser is geboren in 1838 en werkte samen met zijn broer Wilhelm Mauser. Hij ontwikkelde de “Needle Gun” dat bijna gelijk werd opgenomen in het Duitse leger. In 1897 ontwikkelde hij het Mauser geweer, Er wordt gezegd dat het Mauser geweer is een van de beste “bolt-action” geweer ooit is.
Ernst Heinkel
Ernst Heinkel is in 1888 geboren in Duitsland. Toen hij werkte voor de Albatros Aviation Company ontwikkelde Heinkel de “Albatros B_II” tijdens de eerste jaren van de Eerste Wereldoorlog.
Nadat hij De Albatros Aviation Company had verlaten ontwikkelde hij een aantal marinevliegtuigen voor de Hansen_Brandenburg Company.
In 1922 richtte hij de Heinkel_Flugzeugwerke op in Warnemunde. Nadat Adolf Hitler aan de macht kwam ontwikkelde Ernst Heinkel veel vliegtuigen voor de Duitse Luftwaffe in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog. In die tijd ontwikkelde hij onder andere de Heinkel He59, de Heinkel He115 en de Heinkel He111.
De Heinkel He111 werd regelmatig gebruikt voor aanvallen tegen Engeland. Maar het was belangrijker om artillerie te verdedigen dus werd het vliegtuig omgebouwd tot een mijnenlegger. Het vliegtuig werd vervangen door de Heinkel He177 waarvan het Duitse leger er meer dan 1100 besteld had.
Ernst Heinkel had kritiek op de manier hoe Hitler regeerde en al zijn fabrieken werden gesloten. Na de oorlog werd hij gearresteerd door de geallieerden, maar anti-Hitler verenigingen wisten hem weer vrij te krijgen door te bewijzen dat hij ook tegen Hitlers regime was.
Ernst Heinkel stierf in 1958.
Frederick Lindemann
Frederick Lindemann is in 1886 geboren in Duitsland. Hij studeerde aan de universiteit van Berlijn en in de Sorbonne. Op de universiteit deed hij onderzoek naar de gevaren van kernenergie waarmee hij de theorieën van Albert Einstein bevestigde.
In 1914 ging Lindemann bij het Royal Flying Corps en werd als directeur aangewezen van zijn Experimental Physics Station in Farnborough. Hij was de eerste de theorie van de wiskunde gebruikte om te spinnen met je vliegtuig en dit werd tijdens luchtgevechten uitgevoerd.
Na de Eerste Wereldoorlog werd Frederick Lindemann professor experimenterende filosofie aan de Universiteit van Oxford en directeur van het Clarendon laboratorium.
Frederick Lindemann, vrij goed bevriend met Winston Churchill, werd de grootste natuurwetenschappelijke raadgever van de Engelse regering tijdens de tweede wereldoorlog. Hij bemoeide zich vaak met het ”Area Bombing” waarbij volgens hem te veel burgers stierven. In 1942 benoemde Winston Churchill hem tot betaalmeester-generaal, en dat bleef hij tot het eind van de Tweede Wereldoorlog.
In 1945 werd hij weer professor op de Oxfordse universiteit het Clarendon laboratorium maar ging door met het adviseren van de regering over kernenergie. Hij stelde het Atomic Energy Authority op.
In 1956 werd hij burggraaf van Cherwell en hij stierf in 1957.
Benjamin Hotchkiss
Benjamin Hotchkiss is geboren in 1826 in Connecticut in de Verenigde Staten. Hij ontwikkelde een verbeterd type van de “Canon Shell”, een ronddraaiend machinegeweer, en een “Bolt-action” geweer met magazijn.
Hotchkiss stierf in 1885, maar zijn fabriek ging door met het maken van machinegeweren en die werden in 1897 gekocht door het Franse leger.
Alfred Bernhard Nobel
Alfred Bernhard Nobel leefde niet in of in de tijd van de Eerste Wereldoorlog, maar was toch belangrijk omdat hij het dynamiet uit had gevonden.
Alfred Nobel is geboren in Stockholm. Hij was de zoon van een ingenieur. Hij verhuisde naar Rusland toen hij nog een kind was, omdat zijn vader daar werkte aan een zeemijn.
Nobel studeerde scheikunde in Parijs en heeft een tijdje in de Verenigde Staten gewerkt voordat hij weer naar Zweden ging in 1859.
In 1866 vond Alfred Nobel het dynamiet uit. Hij richtte zijn eigen fabriek op om het te maken, maar in 1864 werd Nobel’s broer en vier andere werkers gedood door een explosie. Hij was zo geschrokken van deze gebeurtenis dat op zoek ging naar een veiliger explosief, zo vond hij gelignite uit.
Andere uitvindingen volgden, onder andere ballistite, een kruit zonder rook, en een licht staal voor harnassen.
Alfred Nobel stierf in 1896. Toen hij stierf had hij een fortuin verdiend. Hij had gezegd dat van zijn geld “Nobel prijzen” moesten worden uitgedeeld. De eerste Nobel prijs werd uitgereikt in 1901, precies vijf jaar na Nobel’s dood.
De Nobel prijzen worden uitgereikt aan mensen die zich goed hebben ingezet op het gebied van de geneeskunde, scheikunde, literatuur en vrede. En nog een voor economie die betaald wordt door de Zweedse Nationale Bank. Deze werd voor het eerst uitgereikt in 1969. Bij de prijzen hoort een hoop geld en worden gegeven aan organisaties als de Verenigde Naties, die zich inzetten voor de vrede. Maar ze gaan ook naar individuele mensen zoals Nelson Mandela.
Ernest Swinton
Ernest Swinton is geboren in India in 1864. Hij ging bij het Britse leger en bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog had hij het tot luitenant-kolonel geschopt.
In 1914 richtte de Britse regering het “War Office Press Bureau” op. De bedoeling was dat deze organisatie het niews en berichten via telegram vanaf het front te censureren voor dat ze gepubliceerd werden. Lord Kitchener wees Swinton aan om de officiële journalist van het Engels leger te worden. Swinton moest artikelen schrijven over wat er gebeurde aan het front. Daarvoor gebruikte hij het pseudoniem “Eyewitness”. Swinton’s reportages werden eerst gecensureerd dor het G.H.Q. in Frankrijk en daarna gecontroleerd door Kitchener voordat ze doorgegeven werden aan de pers.
Swinton werkte onder strenge richtlijnen. Hij mocht geen geen namen, bataljonnamen, brigades en divisies noemen. Swinton werd gezegd dat een artikel waarbij het erop leek dat hij het met eigen ogen gezien had niet gepubliceerd zou worden. Hij moest ook schrijven wat hij dacht dat waar was, niet wat hij zeker wist dat waar was.
Toen Swinton eens zag hoe machinegeweren duizenden aanstormende infanterie soldaten kon doden schreef hij dat bepantserde tractors als de Caterpillar die machinegeweerposten makkelijk aan zouden kunnen.
Swintons idee dat het Engelse leger een tank nodig had werd afgewezen door generaal Sir John French en zijn raadgevers. Omdat Swinton zijn verlies niet kon accepteren nam hij contact op met kolonel Maurice Hankey. Die gaf het door aan Winston Churchill en die richtte het Landship Committee op omdat hij een tank een indrukwekkend idee vond.
Het Landship Committee probeerde een tank te ontwikkelen en gaf daarvoor de opdracht aan William Foster & Co. Ltd. Het eerste ontwerp van een tank, met de bijnaam “Little Willie” werd in 1915 getoond aan Ernest Swinton en het Landship Committee.
Na de Eerste Wereldoorlog werd Swinton professor oorlogshistorie aan de universiteit van Oxford. In 1932 kwam zijn boek “Eyewitness”, over zijn ervaringen in de oorlog, uit. Sir Ernest Swinton stierf in 1951.
Roland Garros
Roland Garros is geboren in Frankrijk in 1882. Hij was een uitstekende piloot, hij was de eerste Fransman die de Middellandse Zee overstak door de lucht. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak werd hij naar het front gestuurd.
Roland Garros dacht dat hij meer succes zou hebben in luchtgevechten als hij met zijn machinegeweer door de propeller heen kon schieten. Samen met Raymond Saulnier bedacht hij een systeem waarbij hij zogenaamde “Reflector Plates” op zijn propeller zetten, daar waar de kogels zijn propeller kapot konden maken. Die plaatjes waren van hard ijzer zodat dat de kogels een andere kant op zou ketsen.
Nu hij een vooruit vurend machinegeweer kon gebruiken ging hij op zoek naar een slachtoffer. Toen hij een Duitse Albatros B II van voren naderde was de Dutse piloot zeer verbaasd, omdat in die tijd vliegtuigen alleen vanaf de zijkant werden neergehaald. Voordat de Duitse piloot iets kon doen was hij al neergehaald door de propeller van Garros heen.
In de daarop volgende weken haalde Garros nog vier andere vijandelijke vliegtuigen neer. Maar het succes was van korte duur, omdat een gewoon soldaat die de Courtrai spoorbaan verdedigde Garros’ petroleumtank raakte waardoor Garros gedwongen was achter de Duitse linies te landen. Hij probeerde zijn vliegtuig nog te vernietigen maar de Duitsers hadden het al te pakken en zagen de ijzeren plaatjes die ze vanaf toen ook gebruikten.
In 1918 wist Roland Garros te ontsnappen en hij ging weer vechten aan het westelijk front. Garros werd doodgeschoten in Vouziers in hetzelfde jaar.
Paul Vieille
Paul Vieille is geboren in Frankrijk in 1854. Vieille werd ingenieur en begon een kruit zonder rook te ontwwikkelen. Want militaire bevelhebbers hadden vaak geklaagd dat het opdrachten geven verhinderd werd door de vele rookwolken veroorzaakt door geweren en kanonnen op het slagveld.
In 1886 was het Vieille gelukt om zo’n kruit te ontwikkelen, hij noemde het Poudre B. Het werd geperst en daarna in plakjes op gewenste grootte gesneden en gebruikt.
Het Franse leger was het eerste dat Poudre B gebruikt, maar het duurde niet lang voordat de rest van Europa het ook gebruikte. Het was veel makkelijker en fijner om te gebruiken omdat er bijna geen rook vrij kwam, maar ook omdat het veel krachtiger was dan gewoon buskruit. Zelfs een gewoon geweer kreeg nou een bereik van meer dan achthonderd meter.
Paul Vieille stierf in 1934.
John Moses Browning
John Moses Browning was de zoon van een wapensmid. Hij was geboren in Utah, Verenigde Staten. Toen hij dertien was maakte hij zijn eerste geweer van stukjes metaal. Hij vroeg patent aan op een enkelschots geweer in 1897.
Geďnspireerd door het werk van Hiram Maxim begon Browning te werken aan een automatisch machinegeweer. In tegenstelling tot het geweer van Hiram Maxim gebruikte Browning gas achter in de kogels. Dat leverde meerdere manieren van laden en vuren. In 1895 werd het Browning machinegeweer besteld door de US Navy.
In 1910 produceerde Browning een nieuw 0.30-inch machinegeweer. Maar dit geweer werd niet besteld door het leger van de Verenigde Staten tot 1917. In de paar maanden daarna werden er zevenenvijftigduizend van gemaakt voor soldaten aan het westelijk front.
Browning maakte ook een automatisch geweer dat vuurde vanuit een rond magazijn met 20 kogels. Hiervan werden er meer dan tweeënvijftigduizend gekocht door het leger van de Verenigde Staten. En het werd gebruikt als vervangend wapen voor het lichte machinegeweer. John Moses Browning stierf in 1926.
Otto Hahn
Otto Hahn was de zoon van een glazenwasser. Hahn is geboren in Frankfurt, Duitsland in 1879. Hij heeft scheikunde gestudeerd op de universiteit van Marburg, hij maakte zijn proefschrift in in 1901.Daarna werd hij bibliothecaris die universiteit.
In 1904 ging Hahn naar londen om daar te studeren. Daar deed hij een onderzoek naar radioactiviteit.Later verhuisde hij naar Montreal waar hij werkte voor Ernest Rutherford.
Rutherford ging terug naar Duitsland in 1906 waar hij met Lise Meither ging werken aan de Kaiser Wilhelm Instituut voor scheikunde. Hahn werd daar hoofd van de radioactivieve afdeling.
Tijdens het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was Hahn in dienst bij het Duitse leger. Zijn wetenschappelijke kennis werd erkend en hij werd een specialist in de chemische oorlogvoering. Zo zorgde hij erv oor dat er chloorgas en mosterdgas tegen Britse en Franse troepen gebruikt werden.
Na de oorlog ging Hahn weer werken met Lise Meitner en samen ontdekten ze protactinium in 1918 en radioactieve isomen in 1921. In de volgende jaren daarna wijdde ze al hun tijd aan een onderzoek naar het gebruik van radioactieve methodes bij chemische problemen.
In de jaren dertig werd Hahn geboeid in het onderzoek dat gedaan werd door Enrico Fermi en Emilio Segre aan de universiteit van Rome. Hierbij zaten experimenten waarbij stoffen als uranium met neutronen bestraald werden. In 1935 ontdekten ze deze zogenaamde “langzame neutronen”, wat heel belangrijk was voor kerncentrales.
Hahn en Meitner gingen nauw samenwerken met Fritz Strassmann en ontdekte dat uraniumatomen spleten als ze bestraald werden met neutronen.
In 1983 werd Meitner net als ander Joden in Duitsland ontslagen. Ze vertrok naar Zweden waar ze in 1939 schreef over atoomfusie.
Samen met haar nieuwe helper Otto Frisch had ze de theorie ontwikkeld dat een paar pond uranium waarvan je de atomen liet splijten evenveel explosieve kracht had als duizend pond dynamiet.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gingen Hahn en Strassmann gewoon door met hun onderzoek naar atoomsplitsing. Maar ze hadden er nooit aan gedacht het als een militair wapen te gebruiken. Hahn had een verschrikkelijke hekel aan Hitlers regime. Hahn zei eens tegen een vriend; “Als mijn onderzoek er toe zou leiden dat Hitler een atoombom kreeg, zou ik zelfmoord plegen”.
In April 1945 werd Hahn net als vele andere Duitse wetenschappers opgepakt en naar Engeland gebracht. In Engeland werden ze verhoord om te kijken of Duitsland een atoombom had ontwikkeld. Na zijn verhoor werd Hahn directeur van het Max Planck Society for the Advencement of Science. In 1966 kreeg Otto Hahn samen met Lise Meitner en Fritz Strassmann de Enrico Fermi award. Otto Hahn stierf in 1968.
Hugo Junkers
Hugo Junkers is geboren in Duitsland in 1859. Hij was professor mechanisch ingenieur in Aken. Tijdens de Eerste Wereldoorlog begon Junkers met het bouwen van vliegtuigen. In 1915 ontwierp Junkers het eerste vliegtuig dat helemaal van staal gemaakt werd, de “Junkers D-I. Maar die plannen voor dit vliegtuig waren te ingewikkeld voor die tijd. De productie van de Junkers DI begon pas in 1928. Junkers Ontwierp ook de “Junkers CL-I”, het beste Duitse vliegtuig voor grondaanvallen in de oorlog.
Na de oorlog richtte Junkers zijn eigen vliegtuigfabriek op, “Lufthansa”, met fabrieken in Dessau, Magdeburg en Stassfurt. Lufthansa maakte verkeersvliegtuigen en militaire vliegtuigen.
Hugo Junkers stierf in 1958.
Robert Whitehead
Robert Whitehead, de zoon van een katoenkweker, is geboren in Engeland in 1823. Toen hij veertien was verliet hij zijn middelbare school om een ingenieur te worden. De jaren daarna volgde hij las aan het mechanisch instituut van Manchester.
In 1844 ging Whitehead naar Frankrijk om te werken en drie jaar later starte hij een eigen bedrijf in Milaan. Rond 1850 werkte Whitehead voor de Oostenrijkse regering. Whitehead was gevraagd een nieuw wapen voor oorlogsschepen te ontwikkelen. Met de hulp van zijn zoon, Robert, maakte hij een drijvende torpedo. Zijn eerste torpedo was niet zo snel en had niet zo'n groot bereik. Maar in 1870 had hij het voor elkaar gekregen de snelheid te vergroten naar 14 kilometer per uur en de torpedo had nou een beruik van 700 meter. Het jaar daarop kocht de Britse marine de uitvinding van Whitehead.
Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog werd er een star torpedo gebruikt, bevestigd aan een lange strook en vervoerd door een klein schip. Maar Whitehead was de eerste die een torpedo die zichzelf voortbewoog. De torpedo van Whitehead werd voortgestuwd door een persluchtmotor. De torpedo had achttien pond dynamiet. Het belangrijkste was dat de torpedo zichzelf op een van te voren opgegeven diepte.
De torpedo van Whitehead was erg populair. In 1881 waren de klanten: Engeland (254 torpedo's), Rusland (250 torpedo's), Duitsland (203 torpedo's), Denemarken (83 torpedo's), Italië (70 torpedo's), Griekenland (70 torpedo's), Portugal (50 torpedo's), Argentinië (40 torpedo's) en België (40 torpedo's).
Robert Whitehead stierf in 1905.
Conclusie
In en rond de Eerste Wereldoorlog is de ontwikkeling van nieuwe wapens in een stroomversnelling terecht gekomen. Er werden veel nieuwe wapens uitgevonden die het oorlogvoeren veranderden. Er kwamen minder lijf-aan-lijf gevechten en er werd steeds meer over lange afstand gevochten. Ook liep met de uitvindingen het dodental flink op. Met gifgas werden massa’s soldaten in een keer gedood. Ook hebben de nieuwe wapens meer schade aan gebouwen en landschap aangericht.
Het oorlog voeren is in een keer flink veranderd in de Eerste Wereldoorlog.
Mijn Mening
Ik vond het een interesant onderwerp om een werkstuk over te maken. Ik ben erachter gekomen wat voor wapens rond de Eerste Wereldoorlog zijn uitgevonden en gebruikt
Eigenlijk is het verschrikkelijk dat er wapens zijn, zoals gas, waarmee je in een klap vele doden kunt maken. Tegenwoordig is dat zelfs nog erger, met één wapen zijn duizenden mensen te doden.
Nu weet ik ook hoe verschrikkelijk het moet zijn geweest in de loopgraven, ratten en modder en lijken van medesoldaten overal. Dat lijkt me echt verschrikkelijk, ik zou het er nog geen dag uithouden.
Eigenlijk had zoiets als de Groote Oorlog nooit mogen gebeuren, maar achteraf kun je dat makkelijk zeggen. De tijden zijn nu heel anders. We leven in een verenigd Europa, maar toen was dat nog niet en door het groeiende nationalisme werd er een oorlog begonnen.
Bronvermelding
Websites:
Spartacus Educational https://www.spartacus.schoolnet.co.uk
World War One, Trenches on the Web https://www.worldwar1.com
The Western Front Associattion https://www.westernfront.co.uk
Boeken:
The Penguin Encyclopedia of Weapons and Military Technology : Prehistory to the Present Day. (Kenneth MacKsey)