Boven: De Duitse delegatie (Müller, staand en Bell, zittend) tekent het Verdrag van Versailles, 28 juni 1919. Schilderij (detail) van de Brit W. Orpen. Rechtsonder: Vrouwe Germania geketend en aan de martelpaal. Duitse politieke prent, juni 1919.
Het Verdrag van Versailles omvat 440 artikelen. De voornaamste punten zijn:
Op 21 juni 1919, een week voor de ondertekening van het verdrag, schreef de Nederlandse (socialistische) krant Het Volk:
Een diepe en bittere teleurstelling, een ontgoocheling die men voelt als een ramp is deze vrede voor allen, die tijdens den oorlog de leuzen der Entente (de geallieerden) als levende idealen hebben liefgehad. Het vredestraktaat legt het statuut vast van het verval van Europa, van zijn teruggang tot een lagere beschavingsgraad. Het grootste volk van het vasteland wordt geketend en tot dwangarbeid gedreven. Vernedering en verbittering vallen Duitsland ten deel. Wraakzucht hier, overmoed, machtsbegeerte, roekeloosheid daar, zijn de nieuwe 'beschavingselementen' door het vredestraktaat gewekt.
Opmerking 1: De opgelegde herstelbetalingen werden in de jaren twintig aanzienlijk verminderd door de zogenaamde Dawes (1924) en Young (1929) Plannen. In 1932 werd het restant totaal kwijtgescholden.
Tegen die tijd was reeds grote schade aangericht:
1. Vernieting van de Duitse munt en economie - althans wat er van over was na de oorlog, en
2. Vernietiging van de politieke stabiliteit van het land, hetgeen zich uitte in massale rellen en straatgevechten tussen communisten, nazi's en anderen - uiteindelijk leidend tot de succesvolle greep naar de macht door Adolf Hitler.
Opmerking 2: De aan Duitsland in Versailles opgelegde maatregelen waren milder dan die welke Duitsland aan Rusland had opgelegd (het Brest-Litovsk verdrag, zomer 1918), en ook milder dan de maatregelen die Duitsland aan de westerse geallieerden had willen opleggen, als dit land de oorlog zou hebben gewonnen. Duitsland zou dan onder meer België totaal onderworpen en ingelijfd hebben.
Opmerking 3: Als het Verdrag van Versailles zou zijn uitgevoerd zoals oorspronkelijk bedoeld, dan zou Duitsland in 1932 niet hebben kunnen beginnen met de wederopbouw van het leger. Herbewapening was volgens het verdrag immers verboden. Omdat de bepalingen steeds verder verzacht werden, stelde het verdrag op het laatst echter weinig meer voor. Het vernietigde Duitsland onvoldoende om het land te beletten opnieuw op te staan - en aan de andere kant was het wel voldoende om het land te vernederen.
- -